Bedrijfsactiviteiten kunnen diepe sporen nalaten en ontwrichtend zijn voor werknemers en lokale gemeenschappen. In heel wat bedrijven worden het recht op veilige werkomstandigheden, een leefbaar loon en de bescherming van de gezondheid van werknemers geschonden. Ook kinderarbeid komt nog steeds op grote schaal voor. Veel industrie is enorm vervuilend en in sommige gevallen worden hele dorpen onder dwang ontruimd terwijl de bewoners aan hun lot worden overgelaten.
Daar komt nog bij dat de slachtoffers van deze schendingen vaak machteloos zijn. Ze krijgen geen informatie over de gevolgen van de productie, laat staan dat ze op de een of andere manier betrokken worden bij de planning en het beleid van het bedrijf. Vaak falen staten in hun plichten om de slachtoffers te beschermen, want corruptie zorgt ervoor dat staten eerder de bedrijven beschermen dan de burgers. Dat leidt ertoe dat de landen die het rijkst zijn aan grondstoffen meestal de armste bevolking hebben.
Het kan anders. Amnesty International ijvert ervoor dat bedrijven én staten hun verantwoordelijkheid opnemen, zodat de industrie de mensenrechten beschermt en mensen uit de armoede helpt. Er moet een einde komen aan de straffeloosheid van bedrijven. Bedrijven moeten aansprakelijk kunnen worden gehouden voor hun activiteiten.
De mensen die getroffen worden door de negatieve gevolgen van de industrie moeten toegang krijgen tot informatie over de activiteiten van bedrijven. Ze moeten kunnen deelnemen aan de besluitvorming over kwesties die hen rechtstreeks aanbelangen.
Ten slotte moeten slachtoffers de mogelijkheid hebben om de mistoestanden aan te klagen en gerechtigheid te krijgen, indien nodig via een rechter.