Ophanging, vuurpeloton, elektrocutie, onthoofding en dodelijke injectie. Het zijn vijf officiële manieren waarop vandaag de dag mensen worden gedood, met goedkeuring van de regering. Overheden doden mensen voor uiteenlopende misdrijven – soms zelfs voor handelingen die helemaal geen misdaden zijn. Regeringen die de doodstraf toepassen, stellen dat zij op deze manier ernstige misdrijven voorkomen en voor gerechtigheid zorgen. Zij geloven dat de staat het recht heeft burgers te doden. Amnesty International is het daar niet mee eens.
De doodstraf is een inbreuk op twee essentiële mensenrechten. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is vastgelegd dat iedereen recht op leven heeft en het recht heeft op een leven vrij van foltering. De Universele Verklaring is juridisch niet bindend. Internationaal wel bindend zijn de VN-verdragen en bijbehorende protocollen. De Verenigde Naties hebben in 1989 een protocol aangenomen dat afschaffing van de doodstraf voorschrijft. Inmiddels hebben 85 landen dit protocol geratificeerd. Hoewel internationaal recht zegt dat de doodstraf toegepast kan worden voor de ‘meest ernstige misdrijven’, is Amnesty van mening dat deze straf nooit mag worden opgelegd.
Amnesty International is niet tegen zware straffen voor mensen die een ernstig misdrijf hebben begaan. De angst en onrust die ernstige misdrijven met zich meebrengen mogen niet worden ontkend. Maar de doodstraf is het slechtst denkbare antwoord op die angst. De doodstraf is wreed, zonder nut en onomkeerbaar. Daarom is de doodstraf geen aanvaardbare straf.
De doodstraf is een mensenrechtenschending. Mensenrechten zijn er voor iedereen en elk mensenleven is kostbaar. De doodstraf is een schending van het recht op leven, een recht dat is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
De doodstraf is bovendien geen doeltreffend middel tegen criminaliteit en het risico dat onschuldige mensen om het leven gebracht worden, is niet onbestaande. Geen enkel rechtssysteem is onfeilbaar. Sinds de VS de doodstraf in 1973 opnieuw invoerde, werden al meer dan 160 mensen uit de dodencel vrijgelaten omdat ze toch onschuldig bleken.