Dominicaanse republiek: stop uitzetting van duizenden Haïtianen

Wie?

Haïtianen en andere migranten die risico lopen om uit de Dominicaanse Republiek gezet te worden.

Wat is er aan de hand?

President Luis Abinader van de Dominicaanse Republiek kondigde op 2 oktober zijn plan aan om vanaf 4 oktober tot 10.000 Haïtianen per week het land uit te zetten. Dit kan leiden tot grove schendingen van de mensenrechten. Er wordt gevreesd dat met dit plan ook de onwettige uitzetting van mensen die bescherming nodig hebben - waaronder zwangere vrouwen, kinderen en mensen die asiel willen aanvragen - zal toenemen. Dit is in strijd met het internationaal recht.

Wat wil Amnesty?

Amnesty International vraagt om onmiddellijk een einde te maken aan de collectieve uitzetting van Haïtianen. De Dominicaanse Republiek moet er ook over waken dat het migratiebeleid wordt uitgevoerd volgens het internationaal recht.

ACHTERGROND

Crisis in Haïti

Veel mensen zijn naar de Dominicaanse Republiek gevlucht omdat ze gevaar lopen in Haïti. Haïti kampt al jaren met een politieke, economische en sociale crisis. Het is er ook erg onveilig, door het vele (bende)geweld. Dat heeft president Abinader er niet van weerhouden om sinds september 2024 al meer dan 128.000 mensen, onder wie meer dan 6.000 jongeren - meisjes en jongens – het land uit te zetten. Volgens het internationaal recht mag een staat nochtans geen mensen terugsturen wanneer ze gevaar lopen in hun eigen land. Ondanks de belofte van de regering dat ze de mensenrechten zullen respecteren, heeft Amnesty International bewijs dat er nog steeds schendingen plaatsvinden.

Klimaat van angst

Het plan van de president raakt niet alleen Haïtianen, maar ook Dominicanen. Door de constante raciale profilering door de staat kunnen ook Dominicanen op basis van hun Haïtiaanse afkomst, ras, huidskleur enzovoort beschouwd worden als ‘illegaal’. Dat leidt tot een angstklimaat: mensen hebben schrik om willekeurig aangehouden en uitgezet te worden. Veel mensen kunnen uit angst bepaalde rechten niet uitoefenen, zoals het recht op onderwijs, arbeid of gezondheidszorg.