In mei 2021 kondigde president Félix Antoine Tshisekedi de staat van beleg (noodtoestand) af in de provincies Noord-Kivu en Ituri. Hij verklaarde dat de maatregel gericht is op de “uitroeiing” van de gewapende groeperingen die al bijna drie decennia voor instabiliteit zorgen in het oostelijk deel van de Democratische Republiek Congo (DRC) en op een betere bescherming van de burgerbevolking. De situatie is sindsdien alleen maar verslechterd.
Uit de bevindingen van ons rapport "Justice and freedoms under siege in North Kivu and Ituri" blijkt dat de staat van beleg heeft geleid tot schendingen van het recht op vrije meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering. Sinds de afgekondigd, hebben veiligheidstroepen minste twee vreedzame activisten gedood en tientallen mensen willekeurig gearresteerd.
De militarisering van het gerechtelijk apparaat brengt ook de toegang tot de rechter en het recht op een eerlijk proces verder in het gedrang. Doordat de militaire rechtbank zich moet buigen over burgerlijke zaken, is er een vertraging in de behandeling van rechtszaken, een toename van het aantal mensen in voorlopige hechtenis en een verslechtering van de detentieomstandigheden.
Roep president Félix Antoine Tshisekedi op om de bevoegdheden die aan militaire rechtbanken verleend zijn om burgers te berechten, in te trekken; en om een duidelijk plan op te stellen voor de beëindiging van de staat van beleg, die een uitzonderlijke en tijdelijke maatregel moet blijven.